Twee jaar geleden maakte ik met kerst als één van de voorgerechtjes een simpel vissoepje. Dat bleek een ongelooflijke voltreffer te zijn, want Pol lepelde bijna letterlijk de kookpot uit en moest toen noodgedwongen het hoofdgerecht laten passeren.
Sindsdien krijgen we regelmatig 'vissoep' als antwoord op de vraag wat de kids willen eten. Tot ons groot jolijt, want een erg voor de hand liggend antwoord is dat niet voor de gemiddelde 2 tot 4-jarige :-).
Maar wat mij betreft, is dat geen enkel probleem! Deze vissoep is namelijk geweldig lekker, ze ziet er erg feestelijk en indrukwekkend uit, ze is erg gezond én niet moeilijk om te maken.
Dus als je nog eens een feestje hebt en je wil een goedgevuld soepje serveren, probeer dan deze eens. Ik garandeer je dat het in de smaak zal vallen. En als je deze op een gewone doordeweekse dag wil maken, als voorafje of als maaltijdsoep... doe dat vooral en geniet!
Benodigdheden
1,5 liter visbouillon (deze kan je zelf maken, maar gebruik rustig water met 2 tot 3 visbouillonblokjes)
een potje visfond (dit hoeft niet, je mag gerust wat meer visbouillon gebruiken)
een laurierblad
300 g vis (ik gebruik kabeljauw en zalm)
100 g gepelde Noordzeegarnalen
1 ui
1 stengel prei
1 grote wortel
1/2 venkelknol
een stukje knolselder
een klein klontje boter
2 eetlepels bloem
peterselie om af te werken
eventueel een geutje room om af te werken
peper
zout
Werkwijze
Zet de visbouillon op het vuur met het laurierblad ,de ui en het groen van de prei in grote stukken. Breng aan de kook en doe er de visfond bij. Proef even of dit al voldoende smaak heeft en kruid wat bij indien nodig. Laat dit zeker een kwartiertje zachtjes pruttelen (langer is nog beter!) en giet het dan door een vergiet. Pers het vocht goed uit de groenten.
Zet de kookpot terug op het vuur met het klontje boter. Stoof hierin het wit van de prei, de wortel, de venkel en de knolselder, alles in kleine blokjes gesneden. De blokjes zijn klein, dus langer dan een paar minuten hoef je deze niet te laten opstaan
Doe er dan de bloem over en roer goed door. Blus met een pollepel visbouillon en roer goed, zodat er geen klontjes ontstaan. Als alles gladgeroerd is, voeg dan nog een pollepel visbouillon toe.
Zet ondertussen een sauspan op het vuur met de helft van de bouillon en breng deze aan de kook. Pocheer hier de kabeljauw en de zalm in, tot alles net gaar is. Dat duurt zeker niet langer dan vijf minuten. Giet het pocheervocht door het vergiet bij jouw soep en leg de vis aan de kant.
Ga verder met je soep tot je bouillon allemaal toegevoegd is en laat alles nog een vijf minuutjes doorkoken. Voeg de laatste minuut de garnalen toe en proef dan even. Kruid naar smaak met peper en zout.
Doe in elke soepkom of -bord een stukje zalm en een stukje kabeljauw (verdeel alles netjes) en een paar takjes peterselie. Giet er dan een pollepel soep over uit en werk af met een paar druppeltjes room.
Tip: Als ik dit soepje maak met kerst, dan zorg ik er ook voor dat ik wat dille in huis heb en dan werk ik de soep daar mee af. Dat geeft het nog nét een beetje extra. Ik serveer er dan ook kleine broodjes en rouille bij om het af te maken.