Met een schoonbroer die woont in Indonesië en een schoonzus die geboren en getogen is in Indonesië is het niet meer dan correct dat ik ook probeer om hun keuken wat eer aan te doen. Vandaar staat hier regelmatig nasi goreng op het menu, meestal vergezeld van heerlijke gemarineerde kipsateetjes. Een echte kidsfavoriet en ook niet moeilijk om te maken.
Ik moet wel bekennen dat dit gerecht niet geheel naar Indonesische normen is... toen schoonzus Echa afgelopen september hier op bezoek was en ik een heel oosters buffet had geproduceerd, bleek dat wij westerlingen toch een erg verbasterde versie van de authentieke Indonesische keuken maken. Maar geloof me, het smaakt er niet minder lekker om!
Benodigdheden nasi goreng
een goede wok
een grote scheut olie (wokolie, sesamolie, arachideolie of zonnebloemolie)
400 gram rijst
3 varkenslapjes (veel Indonesiërs eten geen varkensvlees, dus vervang dit gerust door kip of kalkoen)
3 plakken gekookte ham, fijngesneden (je mag ook een pakje hamblokjes gebruiken)
1 ui, gesnipperd
een teentje knoflook
2 lenteuitjes
5 eieren
1 grote wortel
1 preiwit, in dunne ringetjes gesneden
3 eetlepels ketjap manis (zoete sojasaus)
4 eetlepels nasi- of bamikruiden (die kan je zo kopen of maak je zelf)
Extra groenten
een kopje boontjes (hier komen die meestal uit een zak in de diepvries, je hoeft ze zelfs niet te ontdooien)
een kopje diepvrieserwtjes
een halve paksoi of een stuk chinese kool, in stukken gesneden
een broccoli in kleine roosjes
sojascheuten
Werkwijze nasi goreng
Snijd eerst al je ingrediënten zodat je later fijn kan doorwerken. Snipper de ui, snijd het preiwit in kleine ringetjes, schil de wortel en snijd deze in dunne plakjes. De ham en het vlees snijd je ook in kleine stukjes.
Kook ondertussen de rijst bijtgaar in licht gezouten water. Spoel even kort na met koud water als je deze hebt afgegoten.
Kluts de vijf eieren in een kom en kruid met wat peper en zout. Bak hier een omelet van en zet deze aan de kant. Je kan ook vlak voor het serveren spiegeleieren bakken van de eitjes en deze op de nasi leggen (of een combinatie van de twee: omelet en spiegelei).
Neem de wok en bak het varkensvlees snel gaar in een geutje olie. Kruid het vlees met wat zout en peper. en roer het goed rond. Stoof er de ui en de knoflook bij en voeg nu ook de nasikruiden en de ketjap manis toe. Als het vlees bijna gaar is, mag je er de wortel, prei en de eventuele extra groenten bijdoen. Blijf alles goed roeren zodat het niet aanbakt. In Indonesië houden ze de groenten bijna rauw en zijn ze na een paar minuutjes wel klaar. Ik zorg dat de groenten toch redelijk gaar zijn, maar toch nog een goede beet hebben. Dit weet je gemakkelijk door af en toe te proeven.
Doe er de rijst bij en laat even meewokken.
Moest de nasi nog te flauw zijn naar jouw smaak, kan je altijd nog wat nasikruiden, bouillonpoeder of sojasaus toevoegen. Je kan er ook gerust een schepje sambal oelek indoen als je van pikant houdt (of zet deze op tafel, zoals wij doen).
De ham, sojascheuten en lenteui (in dunne plakjes) houd je apart tot helemaal op het einde om deze lekker knapperig te houden. Werk af met de omelet, die je in dunne reepjes hebt gesneden of met de spiegeleieren.
Serveer de nasi met allerlei extra's, net zoals dat in Indonesië gebeurt: gebakken uitjes, kroepoek, sambal, extra sojascheuten, sojasaus, atjar tjampoer (groentensalade in het zuur uit een pot), pindasaus, ...
Tip: Als je de rijst vervangt door bami, eiernoedels of linguine krijg je heerlijke bami goreng! Minstens even lekker!
Benodigdheden sate ayam
2 dubbele kipfilets (of vier enkele) in blokjes gesneden
satéstokjes
Voor de marinade
50 ml ketjap manis
3 eetlepels zonnebloemolie (die is neutraal van smaak, maar andere olie mag ook)
een koffielepel zout
2 teentjes look
het sap van een halve citroen
1 klein blokje gember, heel fijn gesneden
een ui in grote brokken gesneden of een halve koffielepel uienpoeder
een koffielepel sambal oelek
een koffielepel suiker
Werkwijze sate ayam
Zorg dat de kippenfilets in mooie blokjes gesneden zijn.
Neem een grote kom en doe hier de ketjap manis en de olie in. Doe er het zout, de suiker, het citroensap, de gember, de ui (of uienpoeder) en de sambal bij en pers er de twee teentjes knoflook over uit. Roer dit goed door elkaar en meng er de kip goed onder. Dek dit af met plasticfolie en laat voor minstens een paar uur marineren in de koelkast. Hoe langer je het in de marinade laat staan, hoe meer smaak er in je satés zal zitten.
Ga er rustig bij zitten en maak satés door een stuk of vijf blokjes kip op een stokje te spietsen. Soms moet je ze wat dubbel plooien en zo twee keer door hetzelfde blokje prikken om mooie satékes te vormen.
Als je dat graag hebt, kan je eventueel nog wat schijfjes ui en/of paprika tussen elk blokje steken.
Ik bak de satés op een hoog vuur in een grillpan. Je kan ze uiteraard ook op de barbecue roosteren of bakken in een gewone pan. Als ik twijfel of ze wel voldoende gaar zijn, of ik wil ze wat warm houden, plaats ik ze nog even in een oven op 100°C. Niet te lang, want ik wil wel dat ze sappig blijven.
Tip: Je kan variëren met de marinade naar eigen smaak. Als je niet graag hebt dat je satés een zoete toets hebben, vervang je de ketjap manis (gedeeltelijk) door zoute sojasaus en als je het graag erg pikant wil, voeg je er gewoon een grote schep sambal aan toe... Een vleugje chinees vijfkruidenpoeder geeft ook een hele andere smaak of een lepel kerriepoeder... Je kan er eigenlijk alle kanten mee uit.
Nasikruiden
Ik koop regelmatig kruiden en speciale ingrediënten via een oosterse webshop. Je betaalt dan wel verzendingskosten, maar de producten zijn wel veel voordeliger dan in de supermarkt. Ik bestel dan alles wat ik nodig heb in één keer en doe stiekem een dansje van plezier als ik mijn doos uitpak.
De kruidenmixen die ik bij hen bestel zijn heel erg goed. Maar ik maak ook geregeld zelf een mengeling voor in nasi of in bami te doen.
Dit recept kan je vinden bij de categorie kruiden...