Nog een klassieker uit de Indonesische keuken en standaard op onze bestellijst bij de Chinees...sateekes in pindasaus.
Ik kan je zonder verpinken vertellen dat deze satés de vergelijking met die van de Chinees met glans en grote onderscheiding zullen doorstaan, vast gezonder klaargemaakt zijn en bovendien totaal foolproof zijn om zelf te maken.
Met kinderen in huis, krijg je gegarandeerd lachende gezichtjes als beloning. En laat ons eerlijk zijn, zonder kinderen zou dat ook zomaar het geval kunnen zijn :-).
Benodigdheden kipsatés
4 kipfilets
1/2 kippenbouillonblokje, vermalen
1 teentje knoflook, in kleine stukjes
1 dobbelsteentje gember, in kleine stukjes
1 eetlepel sesamolie (of zonnebloemolie)
2 eetlepels zoute sojasaus
2 eetlepels ketjap manis
1 koffielepel sambal oelek
satéstokjes (uiteraard!)
Benodigdheden pindasaus
1 schijfje gember, in kleine stukjes gesneden
1 teentje knoflook, geperst
1 koffielepel sambal oelek (of gesnipperde rode peper)
200 g pindakaas
2 eetlepels ketjap manis
2 eetlepels zoute sojasaus
100 ml kokosmelk
water (zelf toe te voegen tot de saus de gewenste dikte heeft)
1 sjalot of kleine ui, gesnipperd
Werkwijze kipsatés
Doe alle ingrediënten voor de marinade in een kom en meng alles goed. Snijd de kipfilet in kleine stukken (dobbelsteentjes) en laat deze een paar uur rusten in de koelkast, bedekt met de marinade.
Rijg aan elk satéstokje een vijftal kipblokjes zodat je mooie satékes krijgt. Neem dan een grote pan en doe hier een geutje wokolie (of zonnebloemolie / sesamolie / ...) in en bak de satés gaar. Ik vind het erg moeilijk om zeker te zijn of mijn kip doorbakken is. Dus ik zet de satékes voor de zekerheid nog een kwartier in een oven van 120°C (wel bedekt met het vocht uit de pan). Dat geeft mij ook de tijd om ondertussen de pindasaus te maken.
Werkwijze pindasaus
Neem een sauspan of kleine kookpot en doe er een geutje olie in. Fruit hier de sjalot (of ui) in samen met de peper (of sambal), gember en look. Laat dit een paar minuutjes goed bakken en voeg er dan de ketjap en sojasaus aan toe.
Na een paar minuutjes voeg je de pindakaas toe en je roert dit goed los. Voeg dan de kokosmelk toe en roer goed. Laat dit zeker een vijftal minuten goed pruttelen en voeg water toe naar smaak.
Moest de saus niet hartig genoeg zijn, mag je altijd wat extra sojasaus toevoegen. Extra pit mag je ook toevoegen met een beetje sambal. Wil de de saus wat romiger, dan kan je wat kwistiger zijn met de kokosmelk. Je kan er alle kanten mee uit.
Ik gebruik trouwens pindakaas met brokjes voor wat extra textuur. Je kan ook gladde pindakaas gebruiken als je een homogene saus wil. Of je kan voor nog meer brokjes wat gehakte pinda's toevoegen, of erover strooien als afwerking.