Begin juli is hier altijd één groot feest met drie jarigen... eerst de echtgenoot op de derde en dan een partytweedaagse met Pol en Briek die verjaren op 7 en 8 juli. Gisteren was het Pol zijn grote dag en ik kreeg de niet mis te verstane instructie om rijsttaart te bakken. Hoe kan je nu zo'n charmante jarige held iets weigeren?! Dat is uiteraard een onmogelijke opgave, dus zat er niets anders op om mij terug te trekken in mijn heilige domein, de keuken, en het dringende verzoek in te willigen.
Het was niet simpel... niet omdat dit recept moeilijk is, maar omdat ik omringd werd door een stel hyperenthousiastelingen! Beide kinderen stonden er op om zoveel mogelijk handen (en desnoods voeten en andere lichaamsdelen) toe te steken en de nieuwsgierige honden en dominante kater stonden ook op de loer.
Ik geef wel toe dat het de inspanning meer dan waard was. Vooral bij het zien van Briek zijn gelukzalige gezicht bij zijn derde (!) stukje rijsttaart, werd ik zelf ook intens gelukkig. Helaas blijven mijn kinderen altijd kritisch en kreeg ik meteen van de foodrecensenten in huis te horen dat de taart opnieuw gemaakt moest worden in een gereviseerde versie... het zou namelijk nog lekkerder wezen met slagroom en bresiliennenootjes. Ik weet dus weer wat ik vandaag te doen heb op Briekje zijn grote dag, want ze zijn nogal vasthoudend, die twee helden hier. Wordt vervolgd dus...
Benodigdheden
vlaaivorm van 23 of 24 centimeter
bakbonen of een zak gedroogde bonen (om blind te bakken)
een rol bladerdeeg (kant en klaar!)135 g dessertrijst
1,2 liter melk
een koffielepeltje vanille-extract (of een vanillepeultje)
een snufje saffraan (hoeft niet persé, maar ik ben volledig pro!)
een snufje zout
50 g vanillepuddingpoeder (net één zakje)
160 g suiker (of iets meer naar keuze)
2 eieren: gesplitst in eiwitten en dooiers
Werkwijze
Verwarm de oven voor op 180°C en zet ondertussen een grote kookpot met 900 ml melk op het vuur.
Verwarm de melk en voeg de dessertrijst, de saffraan en een snufje zout toe.
Breng dit aan de kook, terwijl je regelmatig roert met een houten lepel. Als je verse vanille gebruikt, snijd je nu de peulen open en doe je het merg bij de melk en laat je de stokjes meekoken. Als je vanille-extract gebruikt, voeg je dit later pas toe.
Als de oven op temperatuur is, verdeel je het vel bladerdeeg over de vlaaivorm. Laat het bakpapier onder het deeg zitten! Dit lijkt moeilijk, want dat deeg wil op de één of andere manier nooit precies doen wat jij zou willen. Maar het leuke deel is, dat je gerust je talenten in bricoleren mag gebruiken. Haal gerust wat deeg weg, waar het teveel zit en plak het op plaatsen waar net te weinig deeg gelokaliseerd is. Zorg er gewoon voor dat elk plekje van de taartvorm bedekt is, druk alles goed aan en verwijder dan het deeg dat te veel is langs de randen.
Zeer belangrijk: terwijl je aan het prullen bent met het deeg, is het zeer menselijk en begrijpelijk dat je ondertussen uit het oog verliest dat er ook nog een pot met melk en rijst op het vuur staat. Bij deze waarschuw ik dus dat je hier toch regelmatig in zal moeten roeren!!!
Leg bovenop het deeg een nieuw vel bakpapier en leg dit vol met bakbonen of gewone gedroogde bonen, linzen of rijst die je niet meer gebruikt (je kan deze altijd nog hergebruiken als je nog eens bakkriebels voelt.)
Zet de taartvorm in de oven en laat dit een kwartier tot twintig minuten bakken. Daarna verwijder je de bonen en het bakpapier en zet je het nog een goede vijf minuten terug in de oven, waarna je het even laat afkoelen en je de rijstpap afwerkt.
Ondertussen is de melk met de rijst al volop aan het koken, wat wil zeggen dat je nu gekluisterd staat aan je kookvuur en zal moeten blijven roeren (over de hele bodem!) tot de rijst gaar is. Hoelang dit duurt zal afhangen van de rijst die je gebruikt en ik ga er dus geen getal op plakken. Als je ziet dat de melk bijna volledig is opgenomen en de rijst is goed beetgaar, dan mag je naar de volgende fase.
Die fase bestaat uit het toevoegen van de pudding. Hiervoor neem je de rest van de melk en hier los je grondig het puddingpoeder in op. Géén klontjes zijn toegestaan!!!
Voeg het puddingmengsel bij de rijstpap en roer goed door. Dit is ook het moment dat je de suiker en het vanille-extract mag toevoegen. Blijf stevig roeren met een houten lepel tot de rijstebrij mooi gebonden is.
Klop de twee eiwitten stijf en zet even aan de kant. Mix dan even door de eierdooiers tot deze schuimig zijn.
Haal de rijstepap van het vuur en voeg het eigeel toe. Hier moet je snel zijn en roeren alsof je leven ervan afhangt, want we willen geen omeletreepjes in de rijstpap. Als dit allemaal is opgenomen, voeg je het eiwit toe en dit spatel je voorzichtig door het mengsel.
Nu verdeel je de rijstpap netjes over het deeg. Misschien lijkt het wel héél veel vulling, maar het mengsel stolt, dus je mag gerust een beetje in de hoogte werken. Een overstroming is niet handig, dus als je toch wat teveel hebt, doe dit dan in een kommetje en maak hier later een gewillig slachtoffer gelukkig mee.
Zet de taart in de oven en laat deze ongeveer 25 minuten bakken. Als alles goed is, is de taart vanboven mooi bruin en voelt de taart zacht en smeuïg aan.
Laat even afkoelen en serveer!
Smakelijk!
