Dit is een ideaal hapje om een (winters) diner mee te starten. Het is niet het meest gebruikelijke ingredïent, bloedworst, maar hoewel dat hier maar zelden op het menu staat, kan ik daar wel eens van genieten.
Dit hapje is eigenlijk een klassieker, want toen ik aan het zoeken was naar een recept met bloedworst, kwam ik hier ontelbare varianten van tegen. Ik heb het dus eigenlijk een klein beetje gepikt MAAR ik heb er wel mijn eigen draai aan gegeven, dus mag ik het wel zonder wroeging met jullie delen.
Het zou ook zonde zijn om het niet te delen, want het is een fantastisch hapje: niet te moeilijk, het torentje is een kunstwerkje op zich en de combinatie van de smaken en texturen is geweldig.
Benodigdheden (4 personen)
12 schijfjes bloedworst van 1/2 cm dik (dat gaat 1 grote of 2 kleine bloedworsten zijn).
1/2 appel
4 dunne plakjes peperkoek
2 klontjes boter
2 eetlepels bruine kandijsuiker
ahornsiroop of andere gietsiroop
Werkwijze
Steek rondjes of sterretjes uit de peperkoek met behulp van een uitsteker of klein glaasje. Zorg ervoor dat de stukjes peperkoek net iets groter zijn dan je stukken bloedworst.
Snijd 8 appelschijfjes van ongeveer 3 tot 4 mm dik van dezelfde grootte uit de appel. Ik maakte er simpele vierkantjes van, maar je mag gerust wat meer creativiteit aan de dag leggen ;-).
Leg je uitgestoken peperkoek op een mooi bordje en steek er in het midden een prikkertje of tandenstoker in.
Zet twee kleine koekenpannen op het vuur.
Bak de bloedworst langs beide kanten gaar in een klontje boter. Hij mag gerust een klein beetje crispy gebakken worden.
Bak gelijktijdig de appelstukjes in het andere klontje boter en strooi er de kandijsuiker over. Meng de suiker goed over de appelstukjes zodat ze mooi karamelliseren en bak ze tot de stukjes zacht zijn.
Schuif een stukje gebakken bloedworst over je prikker, netjes door het midden om het evenwicht te bewaren. Schuif daar een stukje appel over, dan weer een stukje bloedworst, gevolgd door appel én bloedworst.
Giet er een paar druppels ahornsiroop over en serveer meteen.
Comments