Ik doe mijn uiterste best om regelmatig vis op het menu te zetten thuis, maar ik moet ook eerlijk toegeven dat ik nogal lui ben op dat vlak. Meestal wordt ons visje gewoon simpel in de pan gebakken in een beetje boter, al dan niet in bloem gerold. Daar is niets mis mee, maar af en toe kunnen we wel een beetje meer creativiteit gebruiken dan de typische gebakken vis of een vispannetje.
Zo kwam ik vorige week het recept van visgratin met peterselie tegen in een kookboek van 'ons Nigella'. Mijn aandacht was meteen getrokken, want ik had al meteen door dat het hier ging om een origineel recept dat eigenlijk ook nog eens heel gemakkelijk was, feestelijk oogt én dat je op voorhand al kan voorbereiden wanneer het erg snel moet gaan.
Het principe is eigenlijk dat je een soort witte saus maakt met bloem en boter, wijn en melk en dat je dit op smaak brengt met veel peterselie en wat mosterd. Die saus kan je tot drie dagen op voorhand maken en in de koelkast bewaren. Op het moment zelf moet je dan enkel nog de vis mengen met de saus, er aardappelen over leggen en in de oven schuiven. Erg gemakkelijk dus!
Ik heb wel de vrijheid genomen om een tikje vrijelijk om te springen met Nigella haar recept, iets wat ze volgens mij wel zou kunnen waarderen gezien Mrs Lawson ook niet erg van de regeltjes is...
Ik gebruik graag grove graanmosterd in mijn versie en ik voeg ook nog een gesneden venkel toe, voor wat extra bite én voor wat extra vitamientjes.
De venkel mag je dus gerust weglaten en je kan ook gewone of dijonmosterd gebruiken als je dat lekkerder vindt.
Benodigdheden
Vulling
600 g kabeljauwfilet (of andere stevige vis)
1 kleine venkelknol, in dunne reepjes
Saus
lenteuitje, in ringetjes
2 eetlepels grove graanmosterd
minstens 50 g gehakte peterselie
een geut witte wijn
400 ml melk
een geutje room
nootmuskaat, peper en zout naar smaak
Afwerking
4 grote aardappelen, in flinterdunne schijfjes
2 eetlepels boter, vloeibaar of gesmolten
1 eetlepel olijfolie
1 kleine teen knoflook, geperst
zout en zwarte peper
Werkwijze
Maak eerst de saus, dit kan je ruim op voorhand doen, tot drie dagen op voorhand.
Dit doe je door een witte saus te maken van de boter en de bloem, dit laat je even bakken en daarna lepel je er de mosterd door en blus je met de witte wijn. Je voegt dan al roerend de melk en de room langzaam toe tot je een dikke saus krijgt. Roer er de lenteui en peterselie door en kruid goed af met ruim voldoende zout, peper en nootmuskaat.
Haal een uurtje voor je wil eten de saus uit de koelkast en verwarm de oven voor op 200°C.
Meng de vis onder de saus in een grote ovenschaal. De vis snijd je eerst in mooie brokken van ongeveer 4 op 6 cm en je zorgt dat alles bedekt is met de saus. Doe hetzelfde met de venkelreepjes.
Voor de afwerking meng je boter, olijfolie en geperste look in een potje. Laat dit even rusten terwijl je de aardappelschijfjes mooi schikt over de ovenschotel. Leg ze in concentrische cirkeltjes en laat ze elkaar half overlappen.
Kwast het boter-olie-look-mengsel met een borsteltje over de aardappelen. Sprenkel er nog wat zout en (zwarte) peper over.
Plaats dan de ovenschotel in de oven voor 40 tot 50 minuten tot de aardappeltjes bruin gegratineerd zijn.
Serveer met lekker brood en eventueel wat kruidenboter.